Meike Floris, de moeder van Angel
Mijn moeder was een struise Friese donkerblonde stoot met volle rode lippen en lichtbruine ogen. Zwoel en ernstig. De blik van Brigitte Bardot. In mijn herinnering droeg ze altijd zomerjurken en badpakken in de meest prachtige designs uit de stoffenwinkel van mijn vader.
Esmée Floris, de zuster van Angel
Om Esmée moest iedereen altijd lachen. Ze was een koddig klein meiske, niet op haar mondje gevallen en kon scherp, maar komisch uit de hoek komen.
Sietze Hoekstra, een vriend van Angel
Hij heeft een stoere verweerde kop. Zijn mond lijkt die van een melancholische Pierrot, maar zijn expressieve helderblauwe ogen lachen je toe. Nooit eerder zag ik een dergelijk contrast in uitdrukking tussen twee gezichtshelften. Hij is net zo'n driftkikker als ik. Zijn ontstuitbaar enthousiasme is even overrompelend als ontwapenend.
Hugo Floris, de vader van Angel‘
De stoffen van Flores’ werd echter pas een begrip met mijn vader aan het roer. Hij had iets dat zijn voorouders niet hadden. Om te beginnen overvleugelde hij hen in zijn eruditie en kennis over stoffen. Verder had hij een feilloos gevoel voor kwaliteit en bijzondere dessins, wist hij waar hij de beste stoffen kon halen en had hij een uitgebreid internationaal netwerk. Hij was bovendien zeer ambitieus: waar anderen afhaakten ging hij verder. Maar hij had ook iets extra’s: hij was een meester in het aanvoelen van trends.
Ana Floris, de grootmoeder van Angel
Ze was een sterke vrouw. Ik vond het prachtig zoals bezoekers schutterig werden onder haar ogen. Vooral mannen werden meelijwekkende wezens. Een enkel sarcastisch woord van haar en ze werden kleine kinderen en als was in haar handen.
Carmélia, de oudtante van Angel, zuster van Ana
Op haar staalblauwe ogen na was zij het volmaakte clichébeeld van een zigeunerin. Scherpe trekken, een karakteristieke neus en een haviksblik. Ze had ravenzwart haar en was behangen met sieraden. Iedere keer als ze bewoog rinkelden haar armbanden. Ik kon mijn ogen niet van haar af houden.
Tim Klaver, klasgenoot en vriend van Angel
Er zat echter een jongen in mijn klas die eveneens een buitenbeentje was. Niet zozeer in kleding maar wel in gedrag en uitstraling. In veel was hij tegengesteld aan mij, maar vanaf het eerste moment konden we het goed met elkaar vinden. Tim had kort blond stekeltjeshaar en droeg legerbroeken. Hij was volks, brutaal en dapper. Als hij me schalks aankeek werd ik helemaal week vanbinnen.
Nathan Benillouche, een vriend en minnaar van Angel
Ik had nog geen tien passen gelopen toen ik merkte dat ik werd gevolgd door een blauwe BMW. Voorin zat een knappe donkere man die me wenkte. Hij had kort zwart kroeshaar, donkere melancholische ogen en een sensuele mond.
Herma Frodita, jonkvrouw ('De weg terug naar boven')
Er schreed een elegante dame de kamer in. Ze was fijn van bouw en was gekleed in een halflange zwarte wijdvallende rok, daarover heen droeg ze een wit colbertjasje. Op haar hoofd droeg ze een brede hoed. Haar wenkbrauwen waren met een gracieus lijntje vanaf haar neusbrug schuin omhoog getekend. Een ander opvallend detail aan haar uiterlijk maakte haar pas echt excentriek.
'Ze heeft een snor,' fluisterde je.
Sarena Wilson, een vriendin van Nathan
We werden uitbundig begroet door Sarena, een donkere vrouw van midden dertig met een aanzienlijke boezem, een ingenieus bouwwerk van minuscule vlechtjes op haar hoofd, verbaasde ogen en de grootste lippen die ik ooit van nabij had gezien. Ze had daardoor iets weg van een eend.